Het Hof van Beroep van Arnhem-Leeuwarden heeft twee mannen schuldig bevonden voor hun betrokkenheid in een illegaal goknetwerk dat werd onthuld tijdens het onderzoek ‘Mandoline’. Van 2011 tot 2016 waren de verdachten betrokken bij een netwerk van illegale sportweddenschappen die plaatsvonden in koffiehuizen, belwinkels, en stichtingen in steden zoals Enschede, Hengelo, Deventer, Arnhem, en Amsterdam.
De hoofdverdachte, een man geboren in 1965 die in afgetapte gesprekken werd aangeduid als ‘de directeur‘, kreeg een gevangenisstraf van twee jaar met zes maanden voorwaardelijk. Zijn medeverdachte, geboren in 1972, werd veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf, met tevens een half jaar voorwaardelijk. Beide straffen zijn lager dan de drie jaar celstraf die eerder door de rechtbank in Zwolle in 2020 werd opgelegd. Het hof nam in zijn besluit onder andere de overschrijding van de redelijke termijn in overweging.
De veroordelingen zijn het resultaat van het politieonderzoek ‘Mandoline’, dat in 2015 begon na een aangifte van de Kansspelautoriteit (Ksa). Uit telefoontaps en observaties bleek dat de personen een leidinggevende rol hadden in een illegale gokorganisatie die winsten witwaste en belasting ontweek.
Op 4 april 2016 werden meerdere locaties in Nederland, Duitsland, en Oostenrijk doorzocht. Hierbij werden ook verschillende wapens gevonden, waaronder vuurwapens, stroomstootwapens en pepperspray.
Volgens het Openbaar Ministerie maakte het illegale goksyndicaat een totale winst van meer dan € 2,3 miljoen. De verdachten haalden regelmatig contant geld op bij de goklocaties en verwerkten dit buiten het zicht van de Belastingdienst.
Beroepszaak
In het hoger beroep beweerden de verdachten dat ze alleen hun website hadden gepromoot waarop in het buitenland kon worden gegokt. Ze ontkenden dat ze wisten dat er ook in Nederland aan de illegale goksite werd deelgenomen. Volgens hen vonden de in Nederland ontdekte gokpraktijken plaats zonder hun medeweten.
Het hof vond deze bewering ongeloofwaardig. Uit observaties, afgetapte gesprekken en getuigenverklaringen bleek dat beide mannen regelmatig contant geld ophaalden bij de goklocaties in Nederland. Bovendien spraken de verdachten openlijk over hun illegale aanbod aan sportweddenschappen. Ze gebruikten ook stichtingen om hun activiteiten legaal te laten lijken. Volgens het hof waren ze daarom volledig op de hoogte van het illegale gokaanbod in Nederland.
Het verweer van de verdediging op de zogenaamde Landeck-jurisprudentie, waarmee werd geprobeerd de telefoontaps uit het onderzoek Mandoline buiten het bewijs te houden, werd door het hof afgewezen. De afgetapte gesprekken waren volgens het hof rechtmatig en proportioneel.
Het hof oordeelde dat beide verdachten gezamenlijk leiding gaven aan een criminele organisatie die zich voortdurend bezighield met illegaal gokken, witwassen en belastingontduiking. Voor strafbare feiten gepleegd voor augustus 2013 oordeelde het hof dat het Openbaar Ministerie niet kon worden vervolgd vanwege verjaring. Voor de periode daarna achtte het hof de ten laste gelegde feiten overtuigend bewezen.
Hoofdfoto via PRO SHOTS / Joep Leenen.
