Tijdens het recente debat over Kansspelen, dat precies twee minuten duurde, dienden Kamerleden in totaal 19 moties in. Verschillende van deze moties betroffen de voorgestelde verhoging van de minimumleeftijd voor risicovolle kansspelen van 18 naar 21 jaar. De PVV bepleitte bijvoorbeeld dat de leeftijdsgrens voor dergelijke kansspelen op 18 jaar zou moeten blijven, maar deze motie werd niet gesteund. Aan de andere kant liet de VVD de beslissing over hun motie om eerst de gevolgen van de leeftijdsverhoging te onderzoeken over aan de beoordeling van de Tweede Kamer.
Rosemarijn Dral () opende het tweeminutendebat over Kansspelen met in totaal vier moties. Een van deze moties, ingediend door het VVD-Kamerlid, betrof de verhoging van de minimumleeftijd voor risicovolle kansspelen van 18 naar 21 jaar. Dral gaf in de motie aan dat zij een voorstander is van een grondig onderzoek naar de gevolgen van deze leeftijdsverhoging. Tijdens het commissiedebat over Kansspelen op 27 maart 2025 vroeg de VVD-politica of er al onderzoek was gedaan naar deze kwestie, waarop het antwoord nee was. Staatssecretaris Struycken gaf toen aan dat hij niet verwacht dat jongeren massaal zullen overstappen naar illegale aanbieders als gevolg van de leeftijdsverhoging.
In een aanvullende motie, ingediend door Peter Smitskam (), werd de regering verzocht om de leeftijdsverhoging voor risicovolle kansspelen volledig te schrappen. Volgens Smitskam komt de verhoging neer op betutteling, aangezien men in Nederland vanaf 18 jaar als volwassen en handelingsbekwaam wordt beschouwd. Bovendien zou deze maatregel contraproductief zijn, aldus het Tweede Kamerlid. Hij stelt dat een verbod op risicovolle kansspelen voor spelers onder de 21 jaar zou leiden tot een toename van het illegale aanbod. Hij pleit dan ook voor betere voorlichting als middel tegen gokverslaving.
Staatssecretaris Teun Struycken onthulde voor het eerst zijn plannen om de leeftijdsgrens voor risicovolle kansspelen te verhogen in zijn nieuwe visie op kansspelen. Deze visie was een reactie op de evaluatie van de Wet Kansspelen op Afstand, die zorgwekkende conclusies opleverde. Tijdens het commissiedebat over Kansspelen gaf Struycken aan dat de leeftijdsverhoging voor risicovolle kansspelen waarschijnlijk gefaseerd zal worden ingevoerd.
De motie van Dral om de gevolgen van de leeftijdsverhoging te onderzoeken, werd door de Kamer beoordeeld. Echter, de motie van Smitskam werd door de staatssecretaris ontraden, ondanks zijn erkenning van het belang van preventie en bestrijding van illegaliteit. Struycken sprak nu over ‘zeer hoog risicovolle kansspelen’, waar hij het eerder steeds had over ‘risicovolle kansspelen’.
Struycken voelt zich gesterkt in zijn beslissing door de mening van experts in de verslavingszorg, zo liet hij weten tijdens het tweeminutendebat. Trimbos en andere verslavingsinstellingen zijn zeer tevreden met de voorgestelde leeftijdsverhoging. Dit maakte Trimbos halverwege maart bekend in een blog op haar website, waarin de steun voor deze plannen werd uitgesproken.
Tijdens het rondetafelgesprek en het commissiedebat vorige maand bleek al dat veel politici het eens waren over de noodzaak om het illegale aanbod aan te pakken. Niet alleen de online casino’s, maar ook faciliterende partijen zoals banken, gameproviders en hostingproviders zouden moeten worden aangepakt. Ook staatssecretaris Struycken zag deze noodzaak in en is daarom van plan het ‘normadressaat’ te wijzigen. Door deze wijziging zou de Kansspelautoriteit gemakkelijker kunnen ingrijpen bij derde partijen die het illegale kansspelenaanbod bevorderen. De moties over dit onderwerp werden overgelaten aan de Tweede Kamer, die over een week zal stemmen over de moties die ‘Oordeel Kamer’ als waardering kregen.
Naast de motie over het onderzoeken van de leeftijdsverhoging voor risicovolle kansspelen, diende Dral ook een motie in om onderzoek te doen naar de mogelijkheid om de organisatie van kleinschalige bingo te verruimen. Bovendien zou ze graag zien dat de eisen voor verenigingen worden heroverwogen. Struycken liet ook deze motie over aan het oordeel van de kamer.
Marieke Wijen-Nass (BBB) besteedde in een van haar moties ook aandacht aan het landgebonden aanbod, waarbij aanbieders het steeds moeilijker krijgen door de toenemende wet- en regelgeving. Volgens Wijen-Nass is er een risico dat spelers zich naar de illegale online aanbieders begeven als er steeds meer legaal aanbod verdwijnt. In haar motie vraagt ze de regering te waarborgen dat fysieke speelcasino’s in heel Nederland gelijkmatig aanwezig blijven.
Mirjam Bikker () wees in een van haar moties op de opbrengst van de kansspelbelasting, die het afgelopen jaar is opgelopen tot meer dan één miljard euro. Bikker heeft de regering verzocht om de opbrengst van de kansspelbelasting in geen geval doorslaggevend te laten zijn in het kansspelbeleid in Nederland, en dat het geen invloed zal hebben op eventuele maatregelen die moeten zorgen voor een betere regulering van de online gokmarkt.
Samenvattend, de moties die werden ingediend tijdens het tweeminutendebat over Kansspelen weerspiegelen de uiteenlopende meningen en belangen met betrekking tot de regelgeving rond risicovolle kansspelen in Nederland. Het is nu aan de Tweede Kamer om deze moties te beoordelen en te stemmen over de moties die ‘Oordeel Kamer’ als waardering hebben gekregen.
